Voor mensen met een verstandelijke beperking zijn er verschillende woonvormen. Hieronder leest u over de belangrijkste mogelijkheden en vindt u verwijzingen naar verdere informatie. Het belangrijkste onderscheid dat gemaakt kan worden is dat tussen ‘beschermd’ en ‘begeleid’ wonen.
Sommige mensen hebben veel zorg en begeleiding nodig en moeten daarom ‘beschermd’ wonen, dat wil zeggen met zorg en ondersteuning die 24 uur per dag beschikbaar is. Dit kan ook veroorzaakt worden door bijkomende lichamelijke problemen. Meestal gaat het bij beschermd wonen om wonen in een instelling, maar het is ook mogelijk om beschermd te wonen in een gewone woonwijk, in een groep.
Andere mensen kunnen ‘begeleid’ wonen: een begeleider komt dan enkele keren per week of dagelijks langs. Daarbij wordt altijd gestimuleerd dat mensen zo zelfstandig mogelijk functioneren. Overdag zijn de bewoners meestal ook niet thuis. Ze gaan dan naar hun werk of naar een dagcentrum.Bij de begeleiding gaat het vaak om dagelijks terugkerende activiteiten, bijvoorbeeld om begeleiding bij het koken, het schoonhouden van het huis, maar ook bij het wassen en aankleden.
Tussen beschermd en begeleid wonen zijn verschillende schakeringen mogelijk. In de praktijk ontstaan de laatste jaren tal van nieuwe, vaak kleinschalige woonvormen, vaak ook geinitieerd door ouders. Voorbeelden daarvan zijn zogenaamde Thomashuizen en kangaroe-woningen.
Onderzoek in 2006 geeft enig inzicht in de woonvormen van verstandelijk gehandicapten enkele jaren geleden. Nederland telde in 2006 ongeveer 75.000 volwassen mensen met een verstandelijke beperking. Van ongeveer 60.000 van hen is toen nagegaan hoe zij woonden. Ruim 23.000 mensen uit deze groep zijn ‘zorgintensief’ en zij wonen bijna allemaal ‘beschermd’.
Ongeveer 27.000 volwassen mensen met een verstandelijke beperking die minder intensieve zorg behoeven wonen in een ander type woonvorm. De overige 10.000 konden in het onderzoek niet worden ingedeeld als zorgintensief of niet. De helft van deze 10.000 woont beschermd, de andere helft niet. Per saldo zien we dus dat van de onderzochte groep van 60.000 iets minder dan de helft beschermd woont en iets meer dan de helft in een andere woonvorm verblijft.
De politieke en maatschappelijke tendens is sinds een tiental jaar om mensen met een beperking zoveel mogelijk in de woonwijken te laten wonen (‘de instellingen en de bossen uit’), dit om integratie in de samenleving te bevorderen. Daarvoor is het van groot belang dat mensen met een beperking middenin die samenleving wonen. Alleen zo kunnen mensen met een verstandelijke beperking volledig deel uit maken van de samenleving: door deelname aan en betrokkenheid bij de eigen omgeving, met daarin alle facetten van het leven zoals cultuur, school, werk en vrije tijd.
Helaas is de praktijk is hierbij soms weerbarstig, omdat deze ‘community care’ gedachte kan wringen met de verdere individualisering van onze samenleving, met name in de steden. Daar is vaak weinig ruimte en tijd voor mensen met een beperking waardoor zij daar juist sterk kunnen vereenzamen. Ook stuit de vestiging midden in een woonwijk van een groep mensen met een verstandelijke beperking soms op weerstand van de buurt.
Integratie door wonen in de wijken vereist daarom veel zorgvuldigheid. Het is van groot belang bij de verschuiving van instelling naar woonwijk dat het beschermende karakter van de woonvorm gehandhaafd blijft, dat er altijd voldoende zorg aanwezig moet zijn, in de vorm van thuiszorg, begeleiding of informele zorg. Ook moet er expliciet aandacht gegeven wordt aan integratie in de woonwijk, dat gaat vrijwel nooit ‘vanzelf’.
Het is niet eenvoudig een goed overzicht te krijgen van de landelijke mogelijkheden en initiatieven op het gebied van wonen. Veel woonvormen zijn regionaal / lokaal georganiseerd. Landelijk is bijvoorbeeld de Stichting Landelijk steunpunt Wonen actief, met name waar het gaat om de ondersteuning van ouderinitiatieven. Ook vindt u op deze website interessante verdere links. Een mogelijke ingang om te praten over woonvormen in uw omgeving zijn de gemeente en het kantoor van MEE in uw regio. Ook loont het de moeite om eens wat te googelen om zicht te krijgen op mogelijkheden in uw omgeving. Ook loont het de moeite om eens wat te googelen om zicht te krijgen op mogelijkheden in uw omgeving. Een voorbeeld van kleinschalige ouderinitiatieven zijn de zogenaamde Thomashuizen, de moeite waard om eens te bekijken.