In de puberteit verandert elk kind. Daarbij gaat het om lichamelijke veranderingen, cognitieve veranderingen en veranderingen in het gevoelsleven. Vreemd genoeg is er eigenlijk nog niet zoveel bekend over hoe die veranderingen precies gaan voor verstandelijk gehandicapte kinderen. Wat we wel weten, op basis van ervaringen van ouders, is dat de veranderingen bij pubers met een verstandelijke beperking vaak wat minder groot zijn.

We geven eerst een beknopt overzicht van de veranderingen van pubers in het algemeen. Zo’n overzicht is een uitgangspunt: je kunt vervolgens bij je eigen kind kijken wat wel en niet van toepassing is.

Lichamelijke veranderingen

  • Grote verandering van uiterlijk (met een heel scala van gevoelens daarover zoals schaamte, fantasie, angsten).
  • Versnelling van de groei, toename van kracht, seksuele rijping (bijvoorbeeld: geslachtskenmerken, hormonen, aandacht voor geslachtsdelen, seksualiteit, verliefdheid, masturbatie).
  • Grote veranderingen in de hersenen met als gevolg bijvoorbeeld moeite met reguleren van gedrag, stemmingswisselingen, behoefte aan actie en gevaar, verschuiving dag en nacht ritme.

Cognitieve veranderingen

  • Losmaking van ouders.
  • Leeftijdsgenoten worden erg belangrijk: “het jongerenleven”.
  • Aandacht voor het andere geslacht.
  • Experimenteren, zelf besluiten willen nemen.
  • Behoefte aan vrijheid en privacy.
  • Eigen sociale rol en identiteitsontwikkeling.
  • Aangaan van conflicten met anderen.
  • Tegenstelling: aanpassen tegenover orgineel willen zijn.
  • Gerichtheid op toekomst: werk, opleiding, sociaal netwerk, zelfredzaamheid.
  • Vrije tijd: gedrag, kleding, haar, muziek, uitgaan, verveling, computers.

Emotionele veranderingen

  • Grote wisselingen in stemming.
  • Grote wisselingen in het gevoel van eigenwaarde.
  • Gedragswisselingen: dwars gedrag, uitdagen, giechelen, stoer, aandacht trekken, terugtrekken.
  • Frustraties: bijvoorbeeld over idealen, uiterlijk, keuzes, contacten.
  • Gewetensontwikkeling.

Verschillen met pubers met een verstandelijke beperking

Er is bij pubers met een verstandelijke beperking meestal niet zo’n erg grote ontwikkeling meer in deze levensfase. Daardoor wordt de afstand tot leeftijdsgenoten steeds groter. Er is bijvoorbeeld een steeds groter verschil met broers en zussen en met jongeren uit de buurt. Het is belangrijk hier bewust mee bezig te zijn, de leefwereld van de verstandelijk beperkte jongere behoort op deze leeftijd groter te worden, terwijl grotere verschillen er juist toe kunnen leiden dat de leefwereld kleiner wordt.

Er kan bij pubers met een verstandelijke beperking ook sprake zijn van minder evenwicht tussen de verschillende ontwikkelingsgebieden. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van een volwassen lichaam met seksuele gevoelens, terwijl het gedrag bij een veel jongere leeftijd behoort.

Een ander verschil is dat pubers met een verstandelijke beperking veel minder (snel) zelfstandig worden.

Hoe kun je pubers met een verstandelijke beperking helpen bij hun ontwikkeling?

Een paar algemene tips voor ouders en begeleiders:

  • Geef aandacht aan deze bijzondere levensfase. Het is de kunst te stimuleren, te sturen en te begrenzen tegelijkertijd. Let daarbij specifiek op de emotionele ontwikkeling. Zorg ervoor dat het veilig genoeg blijft.
  • Ga naast hen staan. Blijf in gesprek, benader ze met respect en vooral: probeer goed te luisteren.
  • Geef meer verantwoordelijkheid, keuzevrijheid, vrijheid en privacy
  • Aandacht voor de sociale rol, het vergroten van de leefwereld en het sociale netwerk, aandacht voor relaties en seksualiteit
  • Oriëntatie op de toekomst: aandacht voor zelfredzaamheid, nadenken over de toekomst, over opleiding, werk en wonen.