Als je extra prikkels nodig hebt

Lezersvraag:
Onze zoon is bijna 22 jaar, maar hij is nog steeds enorm druk. Hij springt de hele dag op en neer ongeacht wat hij doet, tabletten/t.v. kijken, muziek luisteren. Ook maakt hij heel veel geluiden daarbij. Zoekt hij hier juist prikkels mee op en is er een manier waarop wij dit zouden kunnen verminderen?

Beste ouders,
Wat een mooie kans om eens iets te vertellen over de ándere kant van prikkels: het zelf opzoeken van prikkels. Dat is weer eens wat anders dan overgevoeligheid. Er is vaak zo veel aandacht voor overprikkeling, dat mensen vergeten dat we ook prikkels nódig hebben. Om de wereld te verkennen, om te weten wat mensen bedoelen, om nieuwe dingen te leren. Maar er is nog een reden waarom we prikkels nodig hebben. Dat heeft te maken met een deel van onze hersenen dat in de gaten houdt hoe hard we moeten opletten. Dat systeem (dat in de hersenstam zit, onder in ons brein) bevat een soort knop waarmee ons brein meer of minder kan worden áán gezet. Denk maar eens aan een drukke verkeerssituatie: er komt dan zo veel op ons af, dat we wel móeten ‘aanstaan’, anders maken we ongelukken. Als het dan drukker wordt en we moeten de straat oversteken, staan onze oren en ogen op steeltjes: we zijn dan super-alert. En alertheid is waar het om gaat: een alert brein is een brein dat aanstaat. Een grote hoeveelheid prikkels (spitsuur) of een paar gevaarlijke prikkels (zoals een fatbike die je niet hoorde aankomen) zorgen ervoor dat onze hersenstam de rest van ons brein wakker schudt – alert maakt, zodat we veilig de straat kunnen oversteken. Dat gaat bijna vanzelf!

We zijn zelf een beetje in staat om onze alertheid te beïnvloeden. Niet alleen in gevaarlijke situaties kan wat extra alertheid van pas komen. Als we lang hebben stilgezeten, in een warme kamer, aan het einde van de dag, dan hebben we de neiging in te dutten. Als we dan nog even moeten opletten (omdat we bijvoorbeeld in een klaslokaal les hebben), halen we van alles uit de kast om onszelf alert te maken: we drinken koud water, rekken ons nog eens uit, we friemelen wat met ons haar of we tekenen figuurtjes in een hoekje van het papier. Al die kleine activiteiten bevatten prikkels die ons onopvallend helpen om nog éven erbij te blijven. Dat noemen we ook wel ‘zelfregulatie’.

Bij sommige mensen is dit alertheids-systeem heel strak afgesteld: die hebben maar een paar prikkels nodig om meteen alert te worden. Bij anderen juist niet: die hebben juist heel veel prikkels nodig en zijn doorlopend bezig met zelfregulatie. Dat noemen we ook wel ‘prikkelzoekers’. Bewegingsprikkels hebben een vrij sterke invloed op ons alertheidssysteem: door flink te bewegen kan je snel alert worden en dat ook enige tijd blijven. Lichtere prikkels (bijvoorbeeld iets kijken of luisteren) hebben vaak een kleiner effect.

Een deel van de kinderen met het fragiele X syndroom reageert zoals de ‘prikkelzoekers’. Als ze ‘indutten’ gaan ze meer prikkels zoeken. Als ze dan even flink bewogen hebben, kunnen ze vervolgens even rustig iets anders doen. Die kinderen kun je helpen door te zoeken naar prikkels die snel en lang effect hebben, zodat ze daarna bijvoorbeeld even kunnen opletten bij het spelen of leren. Een deel van die kinderen beweegt echter de hele tijd zonder dat we dat alert-makende en uiteindelijk concentratie-bevorderende effect zien. Bij hen speelt waarschijnlijk iets anders. Het zou kunnen dat in hun brein de rem op hun gedrag niet goed functioneert. Onze ervaring is dat medicatie dan soms beter helpt dan het toedienen van prikkels.
Dit zijn maar een paar ideetjes. Als je op het internet zoekt met de term ‘prikkelzoeker’, is er nog veel meer. Maar als je al van alles hebt uitgeprobeerd, kun je er ook een specialist bij halen: iemand die zich verdiept heeft in de sensorische informatieverwerking.

Kijk bijvoorbeeld eens op:

https://anderskijkennaarkinderen.nl/verwijslijst

 

Andre Rietman