Vanaf de leeftijd van vijf jaar zijn kinderen leerplichtig. Maar ook daarvoor begint het kiezen al. Ouders van peuters/kleuters met fragiele X moeten afwegen of ze hun kind aanmelden bij een reguliere peuterspeelzaal of bij een dagcentrum voor kinderen met een verstandelijke handicap (KDV) of een medisch kinderdagverblijf (MKD). De bereidheid om extra inzet te leveren voor kinderen met een handicap binnen de gewone kinder- en peuteropvang is gegroeid. Ook de kennis en ervaring nemen toe, zodat ouders steeds meer een echte keuze kunnen maken.
De laatste jaren komt het steeds vaker voor dat ook kinderen met een verstandelijke beperking naar de gewone basisschool gaan. Eerst gebeurde dat door financiële ondersteuning met behulp van het zogenaamde ‘rugzakje’, inmiddels is er de wet op het Passend Onderwijs (ingegaan op 1 augustus 2014).
Met deze wet hebben scholen zorgplicht gekregen voor alle leerlingen. Dat betekent dat zij verantwoordelijk zijn om ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben een goede onderwijsplek te bieden. Het idee is dat ieder kind het onderwijs krijgt dat past bij zijn eigen mogelijkheden en beperkingen, zo dicht mogelijk bij huis. Als een kind extra hulp nodig heeft, dan biedt de school die hulp in principe zelf, het liefst op de eigen school en anders via een zogenaamd ‘samenwerkingsverband’. In zo’n samenwerkingsverband zijn verschillende scholen opgenomen, waaronder ook speciale scholen. Als een school een kind niet voldoende kan bieden, zal die school via zijn samenwerkingsverband zorgen dat het kind elders onderdak komt.
Ouders melden hun kind schriftelijk aan bij de school van hun keuze. Verwachten ze dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, dan geven ze dit meteen aan. Ook als ouders hun kind bij meerdere scholen hebben aangemeld, moeten ze dit bij de aanmelding aangeven. In dat geval krijgt de school van eerste voorkeur de zorgplicht. Dat betekent dat die school de taak heeft om het kind een passende onderwijsplek te bieden.
Als een kind aanmeldt voor een school, moet de school binnen 6 tot 10 weken zorgen voor een passend onderwijsaanbod. De school regelt eventuele ondersteuning ook zelf en ontvangen in het samenwerkingsverband ook geld voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. Een indicatieprocedure zoals ten tijde van het rugzakje is niet nodig, het geld dat nodig is voor extra zorg gaat rechtstreeks naar de school. De school maakt voor elk kind dat dat
Dit beleid is er op gericht de integratie van mensen met een beperking in de samenleving te bevorderen. Deelname aan het reguliere onderwijs kan een positieve werking hebben voor het kind én voor de groep. Een heel praktisch voordeel kan zijn dat zo’n school zich in de buurt bevindt en daarmee in de directe leefomgeving van het kind. Wel is de gemiddelde groep van een gewone school vaak groot en daardoor voor kinderen met fragiele X al snel te druk en onrustig. Verder is het van groot belang dat de school en het docententeam achter het kind staat en een extra inspanning wil en kan leveren. Tenslotte is het belangrijk op te letten dat het kind zich op den duur in het reguliere onderwijs niet steeds de mindere voelt, omdat andere kinderen meer kunnen. De praktijk leert dat veel ouders van kinderen met fragiele X bij de overgang van klas drie of vier alsnog voor het speciaal onderwijs kiezen.
“Wij hebben heel bewust gekozen voor een gewone (Montessori) kleuterschool. Het individueel gerichte Montessori onderwijs is voor ons kind een goed systeem. Maria Montessori is immers ooit begonnen met kinderen met een achterstand. Omdat onze zoon geen gedragsproblemen heeft, gaat het goed. Dat is natuurlijk ook te danken aan zijn zeer gemotiveerde juf Marieke. Wel zijn er de nodige hulptroepen zoals een extra andere juf voor 4 uur per week en ambulante begeleiding vanuit een ZML-school. Hij vindt het leuk op school en al die ‘gezonde’ kinderen om hem heen zijn heel goed voor zijn ontwikkeling.
“Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier en moet zijn eigen plekje in de wereld vinden.” Met dit laatste is onze zoon hard bezig. Hij zit op een kleuterafdeling van een Lomschool. Wij hebben voor speciaal onderwijs gekozen, omdat we denken dat ons kind in een klasje van twaalf kinderen de aandacht krijgt waar hij recht op heeft. Bovendien krijgt hij daar twee keer per week logopedie, een keer fysiotherapie, een keer zwemmen en gymnastiek van een vakleerkracht. Hij heeft daar echt een plekje gevonden en een vriendje met wie afspraakjes worden gemaakt om mee te spelen.